Dit weekend besloot ik de drukke stad even in te ruilen voor een hutje in de natuur. Met Het Tibetaanse boek van leven en sterven onder de arm reisde ik vol goede moed af naar het Oosten. Twee weken eerder belde ik met een goede vriend die op wereldreis is; enthousiast raadde hij me dit boek aan. En terecht! Hieronder vertel ik hoe het boek ons kan helpen en ter ontspanning deel ik wat ervaringen van het weekend. In een paar minuten heb je dit blog gelezen, dus haast niet en ontspan 😉
Het boek is geschreven door de Tibetaanse leraar Sogyal Rinpoche (1947). Hij volgde een opleiding aan de Universiteit van Cambridge en staat dus met één been in het Westen. Jan Geurtz (1950) – schrijver van onder andere Verslaafd aan liefde – las het boek in 1998 en besloot vervolgens te kiezen voor ‘het spirituele pad’ en Sogyal werd zijn leraar.
Ontkenning van de dood
Het boek gaat over de dood, maar ook over hoe we leven. Hoewel de dood een wezenlijk onderdeel van ons leven is, leven we in het Westen veelal nog in een staat van ontkenning of angst: “Onze maatschappij is geobsedeerd door jeugd, seks en macht, en wij schuwen ouderdom en verval. Het is toch verschrikkelijk dat wij oude mensen aan de kant zetten als hun werkzaam leven voorbij is en ze niet langer nuttig zijn. Is het niet verontrustend dat we ze wegstoppen in bejaardenhuizen, waar zij eenzaam en verlaten sterven?” (p. 9)
We wenden graag onze blik af van de dood en dat is een probleem: “Helaas beginnen de meesten van ons het leven pas te waarderen als we met één been in het graf staan”, schrijft Sogyal (p. 10). We kunnen ook hier en nu al beginnen de zin van ons leven te vinden. “In de boeddhistische benadering worden leven en dood gezien als een geheel, waarin de dood het begin is van een ander hoofdstuk van het leven. De dood is een spiegel waarin de gehele betekenis van het leven wordt gereflecteerd” (p. 11). Wanneer we de dood weer in de ogen durven te kijken, opent zich een wereld van betekenis.
Als een gepensioneerde loop ik met een oude, geplastificeerde wandelkaart door de bossen van Voorst. De vogels fluiten een continue symfonie en ik ben blij dat ik weer eens frisse lucht inadem. Na een kilometer of tien bereik ik de rand van het bos en een groot meer strekt zich voor me uit. Liggend aan het water, in de zon, lees ik het volgende hoofdstuk over Vergankelijkheid.
Waarom zijn we bang voor de dood? Omdat alles – ons lichaam, onze partner, familie, huis, baan en vrienden – dan van ons afgenomen wordt. In het Tibetaans boeddhisme heerst echter de overtuiging dat we meer zijn dan die dingen die ons worden afgenomen; dat we, wanneer we sterven, voortleven in het allesomvattende bewustzijn. Dat is misschien moeilijk te geloven, maar ook zonder dit te geloven weet Sogyal te inspireren.
Vergankelijkheid – alles verandert continu
We geloven in het Westen in duurzaamheid en bestendigheid; in veiligheid en controle. Velen van ons leven volgens een vooraf bepaald plan: school, baan, partner, huis, trouwen, kinderen, vakantiehuisje en tweede auto. “Het tempo van ons leven is vaak zo gejaagd dat denken aan de dood het laatste is waarvoor we tijd hebben. We verbergen onze heimelijke angst voor vergankelijkheid door onszelf te omgeven met steeds meer spullen, steeds meer luxe om vervolgens te merken dat we slaaf van deze dingen geworden zijn. Alleen al het onderhoud ervan kost ons al onze tijd en energie. En al gauw wordt ons enige levensdoel alles zo veilig en zeker mogelijk te stellen. Wanneer er toch veranderingen optreden, zoeken we snel een tegenmiddel, een of andere slimme en tijdelijke oplossing. En zo kabbelt ons leven voort, tenzij een ernstige ziekte of ramp ons uit onze lethargie [slaap] wakker schudt” (p. 18).
“Onze levens lijken ons te leven, hun eigen bizarre stuwkracht te hebben en ons mee te slepen; op den duur krijgen we het gevoel dat we geen keuze hebben of geen zeggenschap over ons leven” (p. 19). De beste stap is om ons leven te vereenvoudigen, schrijft Sogyal. Op pagina twintig vinden we een grappig advies:
Neem als voorbeeld een oude koe, Zij vindt het best om in een schuur te slapen. Je moet eten, slapen en schijten – Daar ontkomt je niet aan – Al het andere gaat je niet aan.
In deze consumptiemaatschappij wordt onze hebzucht continu gestimuleerd. Veel consumptiegoederen bieden een valse hoop en zijn als een kop zout water, bedoeld om ons nog dorstiger te maken.
In een wereld van continue verandering is er geen veiligheid; er valt niets te grijpen. Dan volgt er een voor westerse begrippen ongewoon advies: “ Niets gaat ooit zoals jij het wilde, dus laat al je plannen en ambities maar varen.” Dit klinkt als een treurig advies, maar: “Misschien beseffen alleen zij die begrijpen hoe broos het leven is de kostbaarheid ervan” (p. 23).
Eenvoud is de sleutel
Wat te doen? “In de moderne wereld moeten we werken en geld verdienen, maar we hoeven niet verstrikt te raken in een bestaan van-negen-tot-vijf zonder enig zicht op de diepere betekenis van het leven. Onze opgave is een evenwicht te vinden, een middenweg zoeken, onszelf niet te overbelasten met zorgen en irrelevante bezigheden, maar ons leven steeds meer te vereenvoudigen. De sleutel tot het vinden van een gelukkig evenwicht in het moderne leven is eenvoud” (p. 23). Dit geeft innerlijke rust en geeft je meer tijd om je naar binnen te keren.
Mensen die een bijna-fataal ongeluk hebben gehad, vertellen eenzelfde verhaal: ze kwamen erachter dat ‘leren anderen lief te hebben’ en ‘(wezenlijke) kennis verwerven’ de kern is van ons bestaan.
Alles verandert – dat is onze houvast
Het leven is verandering. Niets, helemaal niets heeft een blijvend karakter. We zijn eraan gewend geraakt de realiteit van vergankelijkheid te negeren; Veranderingen staan in onze ogen voor verlies en lijden. Het besef van vergankelijkheid is paradoxaal genoeg onze enige houvast.
Verandert alles niet voortdurend: de bladeren aan de bomen in het park, het licht in je kamer terwijl je dit leest, de seizoenen, het weer, de tijd van de dag, mensen die je op straat voorbijgaan? En hoe zit het met ons? Lijkt alles wat wij in het verleden hebben gedaan nu niet een droom? De vrienden waar we mee opgroeiden, de geliefde plekjes uit onze jeugd, de visies en meningen die we er eens zo hartstochtelijk op nahielden: we hebben ze allemaal achter ons gelaten. Nu op dit moment lijkt het lezen van dit boek een levendige werkelijkheid, maar zelfs deze pagina is binnenkort slechts herinnering (p. 26).
De stabiele factor is de continue verandering van dit moment. Gedachtes en emoties komen op en verdwijnen weer. Er is een continue dans gaande. Wanneer we daartegen gaan vechten, dan pas ontstaat er beknelling.
Zondag word ik verkleumd wakker in de hut. Ik neem een warme douche en drink daarna een kop thee op een bankje dat de eerste zonnestralen vangt. Ik sluit tevreden mijn ogen en merk dat er iets is blijven hangen van de eerste hoofdstukken. Ik krijg zin in deze dag.
Veranderingen en de kunst van het loslaten
Wederom gaat het in het boek over mensen die een bijna-dood-ervaring hebben gehad. Hoe ze meer inzicht kregen in het belang van liefde; een verminderde belangstelling voor materialistische zaken; een toegenomen betrokkenheid bij anderen… Richt je aandacht naar binnen en kom steeds meer los van je gewoontepatronen, adviseert Sogyal. Het inzicht van vergankelijkheid helpt je los te laten, te ont-hechten en je patronen te overstijgen.
“We zijn doodsbang om los te laten, in feite doodsbang om te leven, maar leren leven is leren loslaten. Dit is de tragiek en de ironie van onze hardnekkige pogingen om vast te houden: niet alleen is het onmogelijk, maar het veroorzaakt juist de pijn die we proberen te vermijden” (p. 33).
We proberen te grijpen naar geluk maar er valt niets te grijpen; alles verandert en er is geen veilige grond. Ik probeer het idee op me te laten inwerken, waarna ik verder lees – een prachtige (ontroerende) passage:
Laten we een experiment doen. Pak een munt. Stel je voor dat die munt het object is waar je aan hecht. Hou hem stevig vast in je vuist en strek je arm uit, met de handpalm naar beneden. Als je nu je greep ontspant en loslaat, zul je dat waaraan je hecht, verliezen. Daarom houd je vast. Maar er is een andere mogelijkheid. Je kunt loslaten en hem toch behouden. Met je arm nog uitgestrekt, draai je je hand naar boven. Ontspan je vuist en de munt blijft in je open handpalm liggen. Je laat los. En toch is de munt nog van jou, zelfs met alle ruimte er omheen. Er is dus een manier waarop we vergankelijkheid kunnen aanvaarden en toch van het leven genieten. Laten we nu eens denken aan wat vaak in relaties gebeurt. Vaak beseffen mensen pas dat ze van hun partner houden, wanneer zij bezig zijn hem of haar te verliezen. Dan klampen ze zich nog heviger vast. Maar hoe meer ze vasthouden, des te meer ontvlucht de ander hen, en des te brozer wordt de relatie. (p. 34)
Liefde wordt vergald door gehechtheid. William Blake verwoordt het ook heel mooi:
Hij die een Vreugde aan zich bindt,
Vernietigt het gevleugeld leven.
Hij die de Vreugde kust in haar vlucht,
Leeft in een Eeuwige zonsopgang.”
Hoewel men ons heeft doen geloven dat, als wij loslaten, we niets overhouden, laat het leven zelf telkens weer het tegenovergestelde zien: loslaten is het pad naar werkelijke vrijheid. “Door veranderingen te doorstaan ontwikkelt zich in ons een mild maar onwankelbaar evenwicht. Ons zelfvertrouwen groeit, en wordt uiteindelijk zo groot dat we vanzelf goedheid en mededogen gaan uitstralen en anderen vreugde brengen” (p. 35).
Die avond deed ik wat yoga en daarna sliep ik alleen in de hut. Ik voelde me niet eenzaam. De volgende ochtend liep ik terug naar treinstation Voorst-Empe en bij aankomst in Utrecht ging ik direct naar mijn werk. De radicale omslag van omgeving was lastig – het is moeilijk jezelf niet te verliezen in ons drukke bestaan. Dat neemt niet weg dat ik me erg geïnspireerd voel door Sogyal Rinpoche en het Tibetaans boeddhisme!
Lees hier deel 1 van de sleutel tot een gelukkig en liefdevol leven.
Deze pagina bevat één of meerdere affiliate links, meer info hierover lees je hier.
Dank je Jos!
Mooi geschreven.
Dank je wel voor je openhartige en wijze woorden! Goed om weer even te beseffen waar het in dit leven echt om gaat?