limbisch systeem

Jos Nierop

Het limbisch systeem – leer het kennen om stress te verminderen

Stress

Vandaag ben ik begonnen in het tot nu toe al zeer leerzame boek In wankel evenwicht – over stress, levensstijl en welvaartsziekten van Boudewijn van Houdenhove.

Hij laat zien hoe een ontregeld stresssysteem een ingrijpende impact kan hebben op onze gezondheid, en een rol kan spelen in diverse ‘welvaartsziekten’: depressie, hart- en vaatziekten, obesitas, diabetes, fibromyalgie en chronischevermoeidheidssyndroom.

Hieronder deel ik de belangrijkste inzichten over ons stresssysteem. Net als Houdenhove kies ik voor een neurobiologisch perspectief – en dan kunnen we niet om het limbisch systeem heen.

Wat is stress?

Stress is een reeks biologische en psychologische ‘mechanismen’ die op gang komen naar aanleiding van een reële of vermeende bedreiging van ons lichamelijk of psychisch evenwicht (p. 16). Het is een tweesnijdend zwaard, wat wil zeggen dat stress enerzijds zorgt voor topprestaties en balans en anderzijds kan het zorgen voor uitputting en uiteindelijk de dood.

En… het stresssysteem?

Ons stresssysteem is er om het evenwicht te bewaren of zo nodig te herstellen. Op inspanning moet ontspanning volgen. Zowel overactiviteit als onderactiviteit van het stresssysteem kan ons uit balans brengen en de kans op ziekte verhogen.

Hoe werkt ons stresssysteem? Een stresserende situatie – in de fysieke omgeving, of ‘in je hoofd’ – leidt tot een automatische stressrespons, gericht op overleven. Dit heeft fysieke consequenties:

  • Een verhoging van de hartslag, de bloeddruk en de ademhaling.
  • Toename van de bloedtoevoer naar de hersenen en bedreigde lichaamsdelen.
  • Mobiliseren van brandstof in de vorm van glucose.
  • Onderdrukking van programma’s zoals voeding, slaap, pijn, seksueel gedrag en voorplanting.

Ook worden meer complexe gedragspatronen tijdelijk onderdrukt. We kiezen automatisch voor de eenvoudige reactiepatronen.

stresssysteem

Het limbisch systeem en de stressrespons

Het limbisch systeem – onderdeel van de grote hersenen – is een groep structuren in ons brein. Deze oude structuren zijn voornamelijk betrokken bij emotie. Enkele belangrijke structuren met het oog op stress zijn de hippocampus (langetermijngeheugen), de amygdala (agressie en angst) en de hypothalamus (reguleert het autonome zenuwstelsel).

Om onze stressrespons beter te begrijpen, moeten we beginnen bij de amygdala; de amygdala spot gevaar in onze omgeving, op basis van input vanuit de hersenschors. Het is opmerkelijk dat de amygdala ook ‘onbewust’ gevaar op kan merken, bijvoorbeeld wanneer een stem van iemand in de ruimte waar je bent lijkt op de stem van de persoon door wie je (dit is een voorbeeld) in je vroege jeugd misbruikt was. Gabor Maté meent dat het helen van stress vraagt om het helen van ervaringen uit onze vroege jeugd.

Is het eindoordeel dat er sprake is van een echte bedreiging, dan worden er drie systemen aangestuurd. Twee systemen gaan aan en een systeem gaat uit.

  1. AAN: Het sympathisch systeem (locus coeruleus in de hersenstam). Aanmaak noradrenaline. Bijniermerg gaat nu adrenaline produceren. Parasympathisch systeem wordt inactief. Het lichaam maakt zich klaar voor vechten of vluchten.
  2. AAN: De hypothalamus-hypofyse-adrenocorticale as (HPA-as). Hypothalamus scheidt corticotropin releasing hormoon af (CRH). Met het hormoon arginine-vasopressine (AVP) zorgt dit voor het signaal richting de locus coeruleus dat het noradrenaline moet blijven produceren. De hypofyse krijgt het signaal adenocorticotroop hormoon (ACTH) te produceren. Uiteindelijk zorgt dit ervoor dat de bijnierschors cortisol produceert. Gevolg: remming van het groeihormoon, de geslachtshormonen en het immuunsysteem, die we tijdens de bedreiging niet nodig hebben.
  3. UIT: De prefrontale hersenschors. Hier huizen ons werkgeheugen en hogere cognitieve functies. Tijdens een bedreiging gaat het om overleven en niet om rustig nadenken, filosoferen en je opties afwegen.
limbisch systeem

Problemen die de stressbalans verstoren

Cortisol zal zichzelf uiteindelijk – als het goed is – via negatieve feedback weer afremmen. Bij sommige mensen werkt dit stopmechanisme minder goed, wat onder andere samenhangt met genetische factoren.

Een tweede probleem is dat een overmaat aan cortisol de hippocampus kan beschadigen, waardoor deze minder goed in staat is de stressrespons te beëindigen (pp. 32-33).

Ook – als het goed is – zal er habituatie optreden: we wennen aan stresserende situaties zoals spreken in het openbaar. Een lage eigenwaarde kan er echter voor zorgen dat deze gezonde habituatie uitblijft. Het gevolg is dat we last blijven houden van een overactief limbisch systeem en chronische stress.

Ons stresssysteem kan naast overdrive ook in underdrive of onderproductie verkeren, wat wil zeggen dat er te weinig stresshormonen worden aangemaakt. Een van de oorzaken hiervan is een lange periode van chronische stress. Dit zorgt voor disbalans in ons lichaam met bijvoorbeeld chronische vermoeidheid tot gevolg.

De werking van het limbisch systeem bij mannen en vrouwen

De groep patiënten met functionele stressgebonden stoornissen (niet te verklaren door een lichamelijke ziekte) zoals depressie, angststoornissen, migraine, buikklachten, spierklachten en chronische vermoeidheid bestaat voor driekwart uit vrouwen. Structurele stressgebonden stoornissen zoals acute hart- en vaatziekten komen vaker voor bij mannen.

Vrouwen blijken gevoeliger voor ‘sociale uitsluitingsstress’ (relatieproblemen) en mannen voor ‘prestatiestress’ (machosituaties) (p. 37).

Gezondheidspsychologe Shelley Taylor meent dat mannen veelal reageren met het fight-or-flight patroon en vrouwen met het tend-and-befriend patroon (onder invloed van oxytocine, oestrogenen en endorfines die het sympathisch systeem remmen). Deze dynamiek is evolutionair te verklaren (kwetsbare vrouwen hebben hulp nodig en jagende mannen moeten juist snel overgaan tot vechten of vluchten).

De neurobiologie van veerkracht

Oké, zo worden we dus gestrest en ziek. Maar hoe blijven we gezond?

Vanuit neurobiologisch perspectief spelen DHEA (dehydroepiandrosterone), neuropeptide Y, galanine, dopamine, serotonine en oestrogenen een belangrijke rol.

Deze stoffen kunnen in verband worden gebracht met helpend gedrag als mediteren, yoga, positief denken, fysieke beweging, goed slapen, zingeving en verbondenheid. Vooral de positieve effecten van mediteren en fysieke beweging zijn goed onderzocht en bewezen.

Anderzijds: de aanmaak van bijvoorbeeld DHEA wordt juist geremd door roken, alcohol en cafeïne.

Conclusie

Normaliter kies ik niet voor dit neurobiologische perspectief, maar kennis is macht! Wanneer jij begrijpt hoe je lichaam – en dan vooral je limbisch systeem – werkt, kun je er beter voor zorgen. Onderstaand boek is een mooi startpunt voor mensen die houden van deze rationele goed onderbouwde benadering.

Deze pagina bevat één of meerdere affiliate links, meer info hierover lees je hier.