korenveld met kraaien

Jos Nierop

Korenveld met kraaien | kort verhaal

Creatief schrijven

De wekker piept. Johan tikt op het plastic, zucht. Zijn slaapkamer is donker, vierkant, wit. Hij trekt nette kleding aan, poetst zijn tanden, eet een ontbijt, gaapt, pakt zijn werktas en vertrekt.

Johan rijdt op de snelweg en ziet de witte strepen links en rechts voorbij schieten. Zijn handen en voeten voelen koud, dus hij draait de verwarming omhoog.

Hij drukt zijn auto op slot en loopt door de glazen schuifdeur, waarop het logo van het bedrijf staat: een paars ovaal, met daarop een geel ovaal en de letters N O V A K. Daar werkt hij nu 13 jaar. Hij knikt naar de secretaresse achter de balie en loopt de trap op naar de tweede. Het tapijt voelt zacht en glad onder zijn zolen. Pieter heft zijn vinger en Margot doet hetzelfde. Johan heft zijn arm en neemt dan plaats op zijn bureaustoel. De bureaustoel is zwart en plastic.

Rechtsonder zijn monitor ziet Johan dat hij op tijd is: 09:00. Hij opent het mailprogramma en ziet dat hij 13 nieuwe mailtjes heeft ontvangen. Vaak zijn 12 van die mailtjes niet urgent of belangrijk. Hij klikt op een mailtje van zijn manager, Pieter. Een verzoek om het morgen te hebben over de gestelde targets, 10.00-11.00. De afspraak voelt belangrijk. De overige mailtjes blijken inderdaad te gaan over kleine, praktische zaken. Johan stuurt wat mailtjes door en zet collega’s uit andere afdelingen in de CC. 09:17 is zijn inbox leeg.

Johan ziet de frons op Margot’s voorhoofd. Pieter leunt tegen een muur met een kartonnen bekertje in zijn hand. Niet te veel nadenken. Hij staat op en loopt naar het koffiezetapparaat. De zwarte koffie warmt zijn vingers. Terug bij zijn bureau besluit Johan de bilateraal voor te bereiden. Hij opent het document met de targets die ze tijdens zijn functioneringsgesprek eerder dat jaar hadden opgesteld. In zijn inbox gaat hij op zoek naar gegevens waarmee hij zijn prestaties kan staven. Hij kopieert alles in een Word document en 10.35 is het document af. Bij Margot staat een frons op haar voorhoofd.

De printruimte is vierkant, net als zijn slaapkamer. Fel verlicht, wit. Er staan twee grote zuchtende machines naast elkaar. In een goede vaart print de printer zijn document. Johan probeert niet te denken. Het papier is glad en wit. De zwarte letters zijn vlekkeloos en strak geprint. Dat komt goed morgen. Hij legt het document op de hoek van zijn bureau en loopt naar de wc’s een verdieping lager. De hokjes zijn vrij en Johan gaat zitten om te poepen. Hij kijkt naar de grijze plastic wand voor hem.

Terug op de afdeling hoort hij Margot lachen, hard en fel. Ze snijdt kleine tomaatjes in tweeën en praat met een jongere collega, Petra. Johan gaat aan zijn bureau zitten en zet zijn scherm aan. Er zijn geen nieuwe e-mails binnengekomen. Johan besluit in te loggen in een online werkomgeving om meer inzicht te krijgen in zijn resterende vakantiedagen. Hij zou tot oudjaar nog twee weken vrij kunnen nemen. De natuur is groen en onregelmatig; het kantoor wit, grijs en hoekig. Vorig jaar was Johan in zijn eentje gaan kamperen in de Ardennen.

Er komt een mail binnen. Of hij drie PDF’s kan samenvoegen en vervolgens opslaan op de juiste locatie. Of hij het document kan overhandigen aan Dirk. Johan voert de handelingen uit en loopt naar de printruimte. Wanneer hij het document uit de printer pakt, ziet hij dat alleen het eerste PDF is geprint. Mogelijk heeft hij voor het verkeerde document een printopdracht gegeven. Er loopt een collega achter hem langs: “Johannn”. Hij heeft geen tijd om te reageren. Johan legt de papieren op een tafel en gaat terug naar zijn computer om de opdracht opnieuw te versturen. De printer print de juiste papieren. De verkeerde papieren schuift hij in de papierversnipperaar. Het document gaat over orders die nog ingepland moeten worden. Johan verlaat de printruimte aan de andere kant, waardoor hij met een omweg naar zijn bureau moet lopen. In de gang loopt er iemand langs hem zonder op te kijken.

Het is 12:11, dus straks zal er een gezamenlijke lunch plaatsvinden. De lunch vindt inderdaad om 12:30 plaats en de collega’s eten hun boterhammen en mandarijnen. Johan’s manager Pieter vertelt over een voetbalwedstrijd uit de Premier League en over een nieuw restaurant in het centrum. Margot lacht fel.

Johan neemt plaats op de wc. Hij denkt aan de kampeervakantie die hij in kan plannen. Het is al wel augustus, wellicht is het straks geen lekker weer. Het zou leuk zijn als ik een vrouw mee kan nemen, alleen loopt het daten niet voorspoedig.

Hij neemt plaats aan zijn bureau en probeert niet te denken. De frons staat op Margot’s voorhoofd. Er zijn twee nieuwe mails binnengekomen. In een leest Johan dat er een fout is gemaakt in de eerdere mail. Het tweede PDF moet vervangen worden, dus de documenten moeten opnieuw samengevoegd en geprint worden. In de printruimte kijkt Johan naar de witte muur achter de printer. Hij ziet iets maar negeert het. Hij duwt een nietje in de bovenhoek en verlaat de printruimte. De middag raakt in vergetelheid.

De volgende dag staat Johan in de printruimte. Hij kijkt naar de witte muur achter de printer. Hij ziet zichzelf als jongen voetballen in het gras. Hij maakt een schijnbeweging en passeert een van zijn vriendjes door de bal over zijn voet heen te wippen. De printer ademt uit, ze is klaar.

De bilateraal met Pieter verloopt goed. Pieter legt enige druk op Johan door te zeggen: “het gaat goed Johan, houd je prestaties hoog en laat ons zien dat je hier thuishoort.” Johan knikt.

Johan’s telefoon ging zelden, maar als die ging, was het vaak een intern telefoontje. Drie jaar geleden, ongeveer, had Margot hem gebeld en gevraagd of hij zin had in een kop koffie. Johan keek op vanachter zijn scherm en Margot keek hem aan met ondeugende ogen. Johan voelde zich die paar seconden verbonden met Margot.

Begin september staat er een evenement op de agenda. NOVAK bestaat dan veertig jaar.

Er werden springkussens opgeblazen en lange tafels uitgeklapt op de parkeerplaats. Naast de tafels staan grote tapvaten. Een jongen zet twee kniehoge goals in het grasveld naast de parkeerplaats.

3 september was een feestelijke dag. Er werd genoten van de worst en het bier. Er werd gelachen en er werden schouderklopjes uitgedeeld. Johan besloot mee te doen met een potje voetbal. Het kostte moeite om niet uit te glijden. De eerste paar passes die Johan gaf kwamen niet aan. Met zijn duimen in zijn vuisten ging hij de duels aan. Na lang zwoegen kwam Johan open voor de goal en op aangeven van een strakke pass van Gert-Jan maakte Johan een doelpunt. Hij hief zijn vuisten en lachte breed. Het was een goede dag.

Johan staat met Margot te praten in het schemerdonker. Veel collega’s zijn al naar huis. “Hoe gaat het met je?” vraagt ze. En: “waar woon je eigenlijk?” Johan vraagt Margot naar haar relatiestatus, vakantieplannen en energieniveau. Op basis van de gegeven antwoorden besluiten ze aankomende week, donderdagavond, te gaan bowlen.

Tijdens het bowlen bestellen ze een pizza en twee drankjes. Margot heeft zich opgemaakt. Johan is fanatiek en heeft weinig oog voor Margot. Zij voelt regelmatig aan haar haren en lijkt afwezig. De connectie die er was tijdens de viering is er nu niet. Johan haalt twee koude vaasjes en ze bowlen verder. Na een paar goede worpen wordt het gezellig. Margot legt haar hand op zijn schouder, trots over haar laatste worp. Johan neemt een slok bier.

Johan’s ouders deden aan wielrennen. Nu niet meer; nu zijn ze daar te oud voor. Ze keken naar de grote wielerrondes en aten bitterballen. Op de middelbare school speelde Johan schiet- en racespellen. Hij had een relatie van acht maanden met Marileen toen hij vijftien was en daarna niet meer. De eerste drie jaar op kantoor ging hij weleens tennissen met een vriend van zijn studie. Dat stopte. Johan tekende als kind graag. Hij tekende wegenkaarten, auto’s, rivieren en gekke poppetjes. Hij tekende stripfiguren, gebouwen, het gezicht van zijn moeder. Toen hij begon met gamen, stopte dit.

Momenteel kijkt Johan ‘s avonds naar de televisie. Hij kijkt naar spelprogramma’s en documentaires. Hij is alleen, maar niet uitgesproken eenzaam; zijn hart schreeuwt het niet van de daken. Soms ziet hij een film waarin hij zijn levensloop herkent. Over een kantoorman, die dan gaat reizen of vrouwen gaat versieren.

Margot en Johan lopen de bowlinghal uit naar hun auto’s. “Dag Margot, tot morgen.” Johan loopt naar zijn auto en wordt de volgende dag gewoon weer wakker.

Johan was veertien toen hij het ‘Korenveld met kraaien’ van Vincent van Gogh zag. De kleuren waren van de dag en de nacht samen. De lucht blauw als de diepzee. Er loopt een pad door het korenveld naar de diepte. En er vliegen kraaien boven het pad. Hij wil het schilderij betreden en het pad aflopen naar het einde. Hij loopt over een heuvel en dan loopt het pad omlaag naar het diepe blauw. Johan zou oplossen in het blauw, net als de kraaien. Dat zou geen ramp zijn en ook geen wonder.

‘Korenveld met kraaien’ verscheen op de muur boven de printer. Johan reikt zijn hand naar het blauw. Hij loopt de lange route naar zijn bureau. Hij besluit zaterdag naar het Van Gogh museum te gaan om het schilderij te bekijken.

Hij kijkt en probeert niet te denken. Er is een beetje verdriet. Hij ziet de veren van de kraaien; hoe de wind het koren duwt. Hij ziet Vincent achter zijn ezel staan. Johan loopt naar het bordje en leest: “Met zijn korenvelden onder woeste luchten wilde Van Gogh weliswaar ‘triestheid, extreme eenzaamheid’ uitdrukken, maar tegelijkertijd wilde hij ook laten zien “hoe gezond en hartversterkend ik het platteland vind.”

Toen hij in bed lag, voelde hij een extreme eenzaamheid. Hij zag geen uitweg en geen punt om naartoe te bewegen. De eenzaamheid zorgde voor een urgentie die hem wakker hield.

De ochtend is de eenzaamheid veranderd in rusteloosheid en vermoeidheid. Hij rijdt naar werk. Margot groet hem, maar hij heeft geen behoefte aan contact. Hij kijkt naar foto’s van groene campings en voelt niets. Kon hij Vincent van Gogh maar spreken. Hem om advies vragen.

“Ga op reis, mijn jongen,” zegt Vincent. “Trek geen plan. Kijk naar de mensen. Ga naar een voorstelling en lach. Pak een balpen en schrijf over je ontbijt en wat je er lekker aan vond. Ga naar het zwembad en oefen een salto, dat kan jij. Doe alsof je een pistool vast hebt en schiet uit alle ramen. PAM! PAM! PAM! Ga in bad en omhels jezelf. Smijt wat verf tegen je muur wanneer je thuiskomt. Dat is mijn advies.”

Margot staat aan zijn bureau en vraagt of hij weer wil bowlen deze week. “Prima,” zegt Johan.

Het bowlen is gezellig. Ze bestellen een pizza en gooien strikes. Die nacht gaat Johan naar Margots appartement op drie hoog. Ze kussen en knuffelen. Twee uur later staart Johan naar het plafond. Hij ziet het ‘Korenveld met kraaien’. Ik ga op vakantie verdomme. Ik los op in het blauw, het groen en het geel. Dat eerst.