De jonge Albert Einstein (1879 – 1955) was een teruggetrokken, traag reagerend mannetje. Hij zat in zijn eentje stilletjes te knutselen met speelgoed en leerde pas laat praten. Op school ging het in eerste instantie ook niet even soepel. Hij groeide uit tot een inspirerend denker.
Albert Einstein was een intelligente, wijze man. Zou het niet bijzonder zijn als hij nu bij je binnen kwam lopen om met je te praten over jouw leven? Wat zou hij te zeggen hebben?
Richt je op de ander
Stel je voor dat Einstein nu naast je zit en zijn ideeën met je deelt. In zijn boek Ideas and Opinions (een verzameling essays) geeft Einstein een omschrijving van het belang van andere mensen. Hij leest voor:
…one knows from daily life that one exists for other people — first of all for those upon whose smiles and well-being our own happiness is wholly dependent, and then for the many, unknown to us, to whose destinies we are bound by the ties of sympathy. A hundred times every day I remind myself that my inner and outer life are based on the labors of other men, living and dead, and that I must exert myself in order to give in the same measure as I have received and am still receiving.
Albert Einstein
De ander heeft je alles gegeven, aldus Albert Einstein
We leven in een individualistische maatschappij en daardoor is het makkelijk om te vergeten hoe afhankelijk we van elkaar zijn. Het dak boven je hoofd is letterlijk door iemand gebouwd!
Hij slaat een bladzijde om.
When we survey our lives and endeavors we soon observe that almost the whole of our actions and desires are bound up with the existence of other human beings. We see that our whole nature resembles that of the social animals. We eat food that others have grown, wear clothes that others have made, live in houses that others have built. The greater part of our knowledge and beliefs has been communicated to us by other people through the medium of a language which others have created. Without language our mental capacities would be poor indeed, comparable to those of the higher animals; we have, therefore, to admit that we owe our principal advantage over the beasts to the fact of living in human society. The individual, if left alone from birth would remain primitive and beast-like in his thoughts and feelings to a degree that we can hardly conceive. The individual is what he is and has the significance that he has not so much in virtue of his individuality, but rather as a member of a great human society, which directs his material and spiritual existence from the cradle to the grave.
Albert Einstein
Einstein omschrijft een wereldwijde interdependentie. Hij wil hiermee niet zeggen dat we ons als ‘sociale dieren’ moeten schikken naar de groep; juist niet. Waardevolle uitvindingen en filosofieën zijn in veel gevallen ontsproten uit de geest van één creatief individu (soms in een proces van co-creatie); vervolgens kon iedereen ervan profiteren.
Een kritische noot: we leven in een gebroken systeem. Veel mensen krijgen niet de kans om hun kwaliteiten te delen met de wereld. Het is aan de bevoordeelden om dit te veranderen.
Albert Einstein kijkt je even vriendelijk in de ogen en vraagt of je door wilt kletsen. Ja hoor… ik begrijp wat je zegt over onderlinge afhankelijkheid en het belang van iets waardevols creëren voor anderen, maar… wat is er nog meer?
Geluk nastreven? Of iets anders
In een van zijn essays schrijft Albert Einstein dat hij het najagen van geluk vindt passen bij het streven van een groep zwijnen. Voor hem voelt dat als een lege zoektocht. De idealen die hem kracht en inspiratie gaven, waren Waarheid, Goedheid en Schoonheid. Die idealen hebben iets transcendents. Albert Einstein zocht naar ultieme waarheid, naar schoonheid in het universum; en hij probeerde goed te zijn door de wereld iets te geven.
En nu ziet hij hoe mensen verdwijnen in hun smartphone, hoe de sociale media overstromen met grappige filmpjes, hoe we de wereld over vliegen naar all inclusive hotels. Hij ziet hoe we met crypto welvaart najagen en hoe we dorstig zijn naar individueel succes. En wat ziet hij bij jou? Ziet hij je persoonlijke zoektocht? Ziet hij jouw verlangen naar succes en geluk? Voelt hij een leegte in je hart omdat er iets ontbreekt?
Je merkt op dat het best een beladen gesprek is. Maar dan steekt die ouwe Einstein even zijn tong uit. ‘We zijn gewoon op ontdekkingstocht,’ zegt hij. Over een kwartiertje ben ik weer weg en dan kun je verder met deze heerlijke dag.
Einsteins spiritualiteit
Einstein was geen religieus man, maar hij had een diep gevoel van verwondering voor de natuur. Hij geloofde dat er een mysterie was aan het universum dat we nog niet begrijpen. Hij beschreef zijn religie als “een soort pantheïsme” (een levensbeschouwing die ervan uitgaat dat alles (en iedereen) goddelijk is. Het goddelijke is immanent en alomvattend, het heelal, natuur en God zijn identiek).
Over het mysterieuze vertelt Albert Einstein:
The most beautiful thing we can experience is the mysterious. It is the source of all true art and science. He to whom the emotion is a stranger, who can no longer pause to wonder and stand wrapped in awe, is as good as dead; his eyes are closed. The insight into the mystery of life, coupled though it be with fear, has also given rise to religion. To know what is impenetrable to us really exists, manifesting itself as the highest wisdom and the most radiant beauty, which our dull faculties can comprehend only in their most primitive forms-this knowledge, this feeling is at the center of true religiousness.
Albert Einstein
In ons dagelijks leven voelen we dat ‘mysterieuze’ van het universum niet zo. Toch zijn het onze emoties en onze verwondering voor de natuur en het grote mysterie die ons in staat stellen om echt te voelen dat we leven. Ook hier overstijgen we onszelf. We kunnen voelen dat we deel uitmaken van iets wonderbaarlijks.
Maar kun je hier ook iets mee, bijvoorbeeld in je werk?
Professionals zijn potentiële kunstenaars
Volgens Albert Einstein zijn de beste wetenschappers ook kunstenaar. De verbeeldingskracht, de inspiratie en het intuïtieve vermogen wat we zien bij kunstenaars zijn voedingsbodems voor creatieve doorbraken in alle werkvelden. Einstein dacht na middels beelden, muzikale architecturen en emoties; de woorden en formules kwamen pas later. En hij voelde soms dat iets waar was zonder het direct te kunnen uitleggen.
Dit is een ander proces van creatie dan het intypen van een prompt bij ChatGPT. Als we de wereld echt iets waardevols willen geven, moeten we onze manier van creëren durven verkennen. Begin bijvoorbeeld eens bij je gevoel en kijk of er beelden ontstaan vanuit dat gevoel.
Einstein valt stil en kijkt je aan. Je voelt dat hij jou en jouw vermogens serieus neemt. Hij ziet dat jij veel meer kunt dan je denkt. Vertrouw op jouw unieke plek in het universum, vaar op je emoties en intuïtie; geef de wereld wat alleen jij de wereld nu kunt geven. En dat hoeft echt niet groots of meeslepend, want het gaat hier niet om grandioos individueel succes. Het gaat hier wel om jouw deelname aan de ontvouwing van dit mysterieuze en wonderbaarlijke universum.
Conclusie
Onze maatschappij heeft compassievolle mensen nodig; mensen die zijn gegrepen door een creatieve bezetenheid; individuen die ideeën en uitvindingen bedenken die de aarde en haar bewoners verder helpen. In deze individualistische maatschappij zijn we geneigd ons vervolgens blind te staren op die individuen, de genieën of de succesvollen. Albert Einstein wilde echter gecremeerd worden en had de instructie gegeven zijn as op een anonieme plek uit te strooien om te voorkomen dat zijn laatste rustplaats een plaats van persoonsverheerlijking werd. Hij vond zin in zijn leven door zichzelf te overstijgen; door omhoog te kijken en zo veel verwondering te voelen dat zijn hart er sneller van ging kloppen. Dat is waarschijnlijk het mooiste wat je jezelf kunt geven.